20 juni was Eric Kemperman uitgenodigd om te spreken tijdens het jaarevent 2019 van het Nationaal Netwerk Risicomanagement en Stichting Maatschappij en Veiligheid.

Dit Event werd georganiseerd bij Van Oord in Rotterdam. Het werd een prachtig event met als thema:

Een deel uit het verhaal van Eric

Je hoeft de grote beweging niet te kennen om dit verhaal te voelen.
Je hoeft geen Nobelprijswinnaar te zijn om je uit te spreken . . . er zit volop morele moed in jou.

Mijn verhaal over ‘speak truth to power’

Niet DE wereld verbeteren, maar JOUW wereld van jezelf laten horen. Zodat je nooit hoeft te fluisteren vanuit de coulissen van jouw bestaan ‘ik heb het altijd al gedacht’ of ‘dat verbaast me niks’. Of last krijgt van opgekropte boosheid….

Zeggen wat gezegd moet worden, benoemen wat velen niet doen, dat vraagt om lef. Om moed. De moed om te falen, uitgelachen te worden, klappen te krijgen en de eenzaamheid te verduren die hieraan kleeft. Als je bereid bent om het stapje naar voren te doen loop je risico. Uitreiken om contact te maken herbergt het risico op afwijzing. Als je dit risico neemt en die moed kunt vinden in jezelf ben je echt dapper en heb je goed gezocht. In jezelf, want deze moed zit vaak diep verborgen en verstopt zich achter schaamte, angst en ego, veilig achter jouw schaduwzijde.

En dan spreken, benoemen, wat je vindt en voelt. Tegen de heersende opinie in, tegen de stroom in, tegen de gezelligheid in . . . met misschien wel die pijnlijke stilte en de ongemakkelijkheid van de waarheid.

Tegen jouw dominante directeur zeggen dat je last hebt van zijn zelfgenoegzame gebral, je opgespaarde irritatie eindelijk uitspreken tegen familie, de automobilist in het verkeer aanspreken op het leegkloppen van zijn asbak op straat, in de voetbalkantine uitspreken dat je de grappen over buitenlanders en homo’s zat bent. Breken met de wetten van de groep, waarin je bekneld bent geraakt. Maar ook de veiligheid van – schijnbaar – gedeelde waarden en normen durven op te geven. De slijmerigheid voorbij.

Maar niet als uitbarsting, de spreekwoordelijke druppel, als een aanklacht of agressieve vraag, maar met gevoel en inlevingsvermogen in de ander, oprecht, zodat de ander zich niet aangevallen voelt en dus zijn verdediging niet nodig heeft. Zonder dat er een machtsstrijd ontstaat.

Dat vraagt om morele moed. Om lef. En vooral om Lief. Liefde die verborgen zit in het echte oprechte contact. Het contact wat je maakt met je hart. Niet met jouw hoofd, met de meeste kennis, met de beste argumenten, met de spitsvondigste grap. Maar met de oprechtheid van jouw boosheid of verdriet. Die de ander dan voelt en ziet. Die oprechtheid die de ander confronteert. Jou toelaat of misschien wel isoleert. Maar het hoofd moet wel mee blijven doen. Hoe dan?

“Als je het ergens niet mee eens bent moet je het zeggen”, zo prentte menig ouder hun kinder(en) in. Wat vrezen we dat we deze ouderlijke adviezen zo vaak negeren? “De waarheid zal je bevrijden, maar voor ze dat doet, zal ze je kwaad maken” (Jerry Jomer)